Hoofdstuk 18
Ze pakt een zwart tafelkleed dat eruitziet als iets uit een chique restaurant en spreidt het uit op tafel. Dan dekt ze de tafel voor één persoon met een linnen servet en bestek. Ik ga zitten en ze zet het bord met de koepel eroverheen voor me neer.
"Je mag kiezen uit koffie, thee of frisdrank." "Eh, frisdrank, alsjeblieft Tamara."
Ze glimlacht, schenkt een glas frisdrank voor me in en zet dan een ander, kleiner bord op tafel. Ze wijst naar het kleinere bord en zegt: "Dit is het dessert".
"Kan ik nog iets anders voor je halen?"
"Was er een kaartje?"