Hoofdstuk 6
Emory
Ik volg Clark de trap af, dieper de duisternis in, terwijl ze kronkelen en draaien. Als we bij de kerker aankomen, haal ik diep adem en zie ik vieze mensen in vodden in kooien zitten die amper zes bij zes voet groot zijn. Het is geen wonder dat niemand een voederbak wil zijn.
" Dit zijn de gewone gevangenen", legt Clark uit, en ik voel me een stuk beter. Ik realiseer me terwijl hij spreekt dat de meeste van deze mensen eigenlijk vampiers zijn, dus ze kunnen geen voeders zijn.