Hoofdstuk 27
" Heb je nog iets nodig voordat ik ga?" vraagt hij, zijn stem net iets boven een gefluister.
Mijn eerste instinct is om nee te schudden. Ik wil niet lastig zijn. Maar dan herinner ik me dat er één ding is dat ik nodig heb. Ik kan het hem niet vragen, hoor. Hij is de koning.
Hij ziet dat ik niet helemaal eerlijk tegen hem ben, nog voordat mijn hoofd stopt met bewegen. "Wat is er?"