Hoofdstuk 22
Ik neem een slokje water als de vraag gesteld wordt, dus ik moet slikken voordat ik kan zeggen: "Ja, Prins Jacob. Dat is correct." Hoewel ik op dit moment niet zeker weet of ik Bernard als mijn vader wil claimen.
“ En hoe ben je hier precies terechtgekomen?” vervolgt hij. “Niet aan de eettafel. Ik weet dat koning Kane veel te genereus is om iemand van jouw status in de kerker te laten belanden voor wat haar vader zijn volk heeft aangedaan, maar ben je hier om te helpen vrede te bewerkstelligen?”
Ik staar hem een lange tijd aan, verward over waarom hij de vraag stelt. Ik denk dat iedereen hier weet waarom ik in het kasteel ben, inclusief hij. Het is alsof hij het me gewoon wil horen zeggen.