Hoofdstuk 37
Het duurde even voordat hij de bron van het luide gefluister kon traceren, maar hij zag Katie over het balkon lopen van haar suite naar de zijne. "Hoe gaat het?"
"Ik kan niet slapen", zei hij tegen haar terwijl hij ging zitten.
"Ik ook niet. Ik denk dat het nu al veertig uur is of zo," antwoordde ze.
"Jezus, Katie. Je zou in je bed moeten liggen."
"Maar dat gebeurt niet. Ik kan gewoon niet in slaap vallen."