Hoofdstuk 65 Ongeloof
Blairs standpunt
Ik stond daar, mijn hart bonkte in mijn borstkas terwijl ik Landon in pure afschuw aankeek. "Heb ik je goed gehoord?" stamelde ik, worstelend om de beschuldiging die zojuist naar me was geslingerd te begrijpen.
Landon bleef onverzettelijk terwijl hij opstond van zijn stoel en zonder een spoor van schaamte voor mij kwam staan. "Is het kind wel van mij?" herhaalde hij, zijn stem koud en zonder enige sympathie.