Hoofdstuk 18
Rubens perspectief
Ik was snel van het terrein gereden, de houding van de krijger Donnie tegenover mij veranderde alsof ze plotseling beseften wie ik was. Mijn wolf jankte toen hij de jongen verliet, hij leek hem erg aardig te vinden.
Ik heb een hotel gevonden op ongeveer zestien kilometer van de roedelgrenzen en ga morgen te voet terug.