Hoofdstuk 9 9
Toen Cullen te horen kreeg dat Brennus met hem wilde spreken, was Cullen verrast, maar ging hij de man met plezier bezoeken. Aanvankelijk had Cullen Brennu's verzoek afgewezen. Maar hij had de politieke onrust in het Tairneach-gebied opgemerkt. Er waren een aantal lycans die Brennus konden omverwerpen. Het enige dat de situatie ervan weerhield om explosief te worden, was een kleine groep loyalisten die Brennus steunden. Maar hun steun was afhankelijk van Brennus die een geschikte partner voor Jenna zou vinden, zodat ze wisten dat als er een uitdaging voor zijn positie zou zijn, er iemand zou zijn die zijn plaats kon innemen die hen niet zou straffen voor hun loyaliteit aan Brennus. Cullen had die eerste bijeenkomst verlaten met een slecht gevoel voor Brennus en een schuldgevoel omdat hij de dochter van de man niet wilde.
Cullen had alles gedaan wat hij kon om Brennus te helpen, maar naarmate de maanden verstreken werd Brennus zwakker en Jenna was niet dichter bij het vinden van een alfa-partner dan toen Brennus Cullen voor het eerst terugriep . Uiteindelijk vroeg Brennus het opnieuw en deze keer had Cullen niet kunnen weigeren. Hij kon het idee niet verdragen dat de ooit zo sterke alfa om iets smeekte. Cullen was de man te veel verschuldigd en had te veel respect voor hem om te weigeren.
Bovendien redeneerde hij dat als hij nu nog geen echte partner had gevonden, het heel waarschijnlijk was dat hij er nooit een zou vinden. Cullen had sowieso nooit veel waarde gehecht aan het idee van een 'echte partner'. Hij had altijd aangenomen dat als hij een gezin wilde, hij een vrouw zou uitkiezen, met haar zou paren en een gezin zou stichten. Hij had er onlangs toch over nagedacht. Al zijn goede vrienden waren dat pad al lang geleden ingeslagen. Ranaild had twee zonen, Keith had een dochter, Shona had al kleinkinderen. Jenna was aantrekkelijk genoeg. En als hij met haar zou paren, kon hij de controle over het Tairneach-probleem overnemen en hoefde hij zich geen zorgen te maken over zijn grens.