Hoofdstuk 16
Sunny voelde iets in hem ontwaken. Met een geschrokken kreet greep hij zijn borst vast en staarde in de duisternis, terwijl hij probeerde te begrijpen wat er gebeurde. Het gevoel was niet pijnlijk of onaangenaam, maar het was als niets wat hij ooit had meegemaakt. Het was alsof zijn ziel wakker werd geschud, doordrenkt met vreemde nieuwe energie.
Die energie kwam echter niet van een externe bron. Het kwam van binnenuit, alsof het er altijd al was geweest, slapend.
De energie vulde elke vezel van zijn wezen. Sunny voelde zijn emoties helderder en scherper worden. Toen begon ook zijn lichaam te veranderen. Hij voelde alsof er een miniatuurster in het midden van zijn borstkas brandde: golven van hitte straalden ervan af, langzaam zijn maag en schouders bereikend, toen zijn armen en benen, toen zijn handen en voeten.