Hoofdstuk 7
Ze zocht overal en werd ongerust toen ze het kleine meisje niet kon vinden.
Daarom riep ze een ober. "Pardon, waar is het kleine meisje dat net met mij meekwam?"
De ober herinnerde zich het meisje met haar poppenachtige gelaatstrekken vanwege haar lieve stem toen het meisje haar riep.