Hoofdstuk 8
"Een vriend van je?"
Een flits van afkeer trok door Lucia's ogen. "Nee, iemand die ik niet mag."
"Iedereen die jij niet aardig vindt, is waarschijnlijk geen goed mens", zei de collega in een poging haar te vleien.
"Een vriend van je?"
Een flits van afkeer trok door Lucia's ogen. "Nee, iemand die ik niet mag."
"Iedereen die jij niet aardig vindt, is waarschijnlijk geen goed mens", zei de collega in een poging haar te vleien.