Hoofdstuk 27
Chaska's gekreun vulde de kamer terwijl de Koning ruw in haar sprong, in en uit.
"Oh! Mijn Koning. Mijn Koning!" Haar adem stokte.
Benen om zijn middel geslagen, haar handen om zijn schouders geslagen, haar hoofd was achterover op de pilloe geworpen terwijl ze schreeuwde en kreunde van extase. Ze kent de koning maar al te goed; hij kon de meeste keren een monster in bed zijn, en ze kon niet zeggen of het door zijn wolf kwam, of door hemzelf.