Hoofdstuk 35
Pishan liep uit zijn kamers met een script in zijn hand, op weg naar Rashka's kamers. Weinig van de roedelleden die hij tegenkwam bleven hem respectvol groeten. Nou, dat was niets nieuws, want Pishan had zoveel respect verdiend in de bergen; respect waaraan hij al gewend was. En dat kwam waarschijnlijk omdat de meeste mensen hem zagen als de tweede in bevel na de koning.
Terwijl hij over het balkon liep, zag hij Raksha van een afstandje aankomen en hij zuchtte. Hij voelde zich opgelucht dat hij hem had gezien en niet helemaal naar zijn kamer had hoeven lopen.
Raksha keek hem zoals gewoonlijk streng aan terwijl hij in zijn prinselijke gewaad rondliep. Toen hij bij Pishan aankwam, bleef hij staan.
'Prins Raksha' riep Pishan.
"Pishan. Ik dacht dat je met mijn broer, de koning, op jacht was gegaan", zei Raksha met een vlakke toon.