Hoofdstuk 48
Hij was klein maar hij droeg zichzelf met grote trots. Het knappe gezicht van de jongen deed Zachary zich afvragen waar hij dit gezicht in het verleden had gezien.
De heldere ogen van de jongen, vol voorzichtigheid en humor, waren op Zachary gericht.
" Wie is hij?" Robbie wees naar Zachary.