Hoofdstuk 27
Charlotte lag uitgestrekt op de grond als een kikker. Gekrabd en gesneden, haar handpalmen en knieën brandden van de pijn.
Achter haar raasde de Aston Martin ervandoor en liet haar in het stof achter.
Charlotte bibberde van de kou terwijl ze zielig overeind krabbelde. Toen realiseerde ze zich dat ze alleen was op een verhoogde brug.
En haar telefoon was leeg.
Ze stond op het punt om in tranen uit te barsten.