Hoofdstuk 48
Hij was klein maar hij droeg zichzelf met grote trots. Het knappe gezicht van de jongen deed Zachary zich afvragen waar hij dit gezicht in het verleden had gezien.
De heldere ogen van de jongen, vol voorzichtigheid en humor, waren op Zachary gericht.
" Wie is hij?" Robbie wees naar Zachary.
" Hij is onze baas." Ben zei toen: "Jongen, heb je een man in het zwart ontmoet op de speelplaats in de kelderverdieping van Grand Plaza? Heeft hij je een mooi zilveren doosje gegeven? Zoals deze."
Ben ontgrendelde zijn telefoon en stond op het punt om Robbie de foto te laten zien, toen Robbie snauwde: "Nee."