Hoofdstuk 58 Hun sympathie
Ik loop de kamer binnen en Sage, Rowan en Astrid rennen naar me toe en omhelzen me.
"Ik heb het gehoord. Ik ben blij dat de broers je op tijd hebben gevonden." Sage kijkt me aan.
"We hebben het gezien. De cameramannen zagen de koning en de prins rennen, dus volgden ze en zonden alles uit!" Astrid lacht.