Hoofdstuk 478
Vier mensen stapten onder het vliegtuig vandaan. Een van hen was een jongeman gekleed in het zwart. Hij stond daar als een sterk rotsblok, zich onttrekkend aan een ontzagwekkende aura.
Hij hield de iPad in zijn hand en wees in een precieze richting. “Ga hem daar maar zoeken.”
Toen stapte de man met zijn lange benen naar voren en stapte op het gras. Het weelderige gras piepte onder zijn voeten. Hij legde zijn kracht in de benen, net als die van een soldaat.