Hoofdstuk 22
Emma
Ik ging naar de East Garden en kwam precies om twee uur aan. Dit was de eerste keer dat ik het zag, wat adembenemend was. De hitte van de dag voelde prettig aan. Helaas was het paleis koud.
De tuin had hoge heggen waardoor de tuin privé en geïsoleerd leek. Het gras was goed onderhouden, met stenen paden die leidden naar majestueuze fonteinen in de vier hoeken, met wolven die tegen elkaar vochten. In het midden was een fontein van een vrouw die ik nog nooit heb gezien. Ze was prachtig, met haar tot aan haar middel gewikkeld in een wapperende jurk.