Hoofdstuk 192
"En wat gebeurde er toen?" Ik hoorde mijn stem veranderen, luider en dieper worden. Mijn huid was rood, heet van woede.
Cal blies lucht uit de zijkant van zijn mond. "Ik had hem op de grond gepind, en toen wist ik het. Ik was hem aan het uitschelden. Maar hij heeft me behoorlijk goed bevochten. Die jongen is misschien wel dom als een doos stenen, maar hij is gebouwd als een os."
"Wie heeft gewonnen?"