Hoofdstuk 264
Murray's hoofd bonkte en zijn humeur begon te razen. Zonder een woord zette hij zijn telefoon uit en gooide hem met een klap op het bureau. "Ga door," zei hij, zijn stem was ijskoud.
De anderen in de vergadering durfden geen oogcontact te maken. Ze waren allemaal geconcentreerd op hun eigen gedachten.
Na de vergadering, terug op kantoor, pakte Murray zijn telefoon weer en kon hij een bittere lach niet onderdrukken om wat hij zag.