Hoofdstuk 240
Murray keek haar even aan, zijn blik zo scherp als een mes, voordat hij een spottend gesnurk liet horen. "Dacht je dat je misselijk was? Je lijkt me prima."
Millie voelde zijn doordringende blik en kon het gevoel niet van zich afschudden dat haar zwakke pogingen tot bedrog voor hem doorzichtig waren.
"Het is gewoon... als jij er niet bent, heb ik niemand om mee te praten. Het wordt zo eenzaam..."