Hoofdstuk 1261 In elkaar geslagen
Er stonden al bewakers buiten de poorten op wacht. Toen Nicholas verscheen, zeiden ze: "Gegroet, meneer."
Nicholas negeerde hen en liep door de poorten, maar hij stapte op een gammel houten knuppel. Het deed hem stoppen, en toen pakte hij het op. Hij woog het in zijn hand, woede in zijn ogen, en hij liep naar het pakhuis.
Edward had het nieuws van Nicholas' aankomst ontvangen en wachtte hem in stilte op. Toen Nicholas binnenkwam, benaderde hij hem. “Meneer Sawyer-”