Hoofdstuk 97
Yoel was verbijsterd.
Hij keek snel naar de deur.
Bij de deur stond een lange man met zijn armen over elkaar. Hij keek hem met een geamuseerde glimlach aan.
Yoel was verbijsterd.
Hij keek snel naar de deur.
Bij de deur stond een lange man met zijn armen over elkaar. Hij keek hem met een geamuseerde glimlach aan.