Hoofdstuk 96
Karen viel met haar gezicht naar beneden op de grond. Ze knarste haar tanden van de pijn en stond op. "Yoel, waarom ga je niet naar de hel?"
"Als ik dat doe, wie ziet dan jouw gezicht als je valt?"
Yoel grijnsde kalm en leunde tegen de trapleuning. "Meneer Apollo wil graag naar huis. Hij vroeg me om voor u te kijken om hem terug te sturen."