Hoofdstuk 213
Adrian kon een glimlach niet onderdrukken toen hij het gesprek tussen de drie kinderen hoorde.
Adrian kon een glimlach niet onderdrukken toen hij het gesprek tussen de drie kinderen hoorde.
"Het lijkt erop dat Ariel en ik dezelfde gedachten hebben."
Hij ging naar boven en liep naar Ariel. Hij tilde haar voorzichtig op. "Geen wonder dat mensen zeggen dat dochters de liefste zijn."
Ariel kneep haar lippen samen. Ze frunnikte aan de kraag van haar vader. "Maar mensen zeggen dat dochters in hun vorige levens de minnaars van hun vader zijn."