Hoofdstuk 133 Kom binnen voor een drankje
Norah kende Susanna en vond dat ze een zachtaardige vrouw was, maar toch niet zo straatwijs als Joanna.
Joanna had door haar tijd met Norah een talent ontwikkeld om bij mensen het kaf van het koren te onderscheiden.
Maar Susanna, God zegene haar, leek zich niet bewust van zulke verschillen. Op de middelbare school zou ze geloven dat de maan van kaas was gemaakt als iemand haar dat vertelde. De vorige keer, als Norah niet was tussenbeide gekomen, had er een flinke blunder kunnen plaatsvinden.