Hoofdstuk 733 De aanbidding
In een vlaag van haast gleed Avery in haar slippers, zo gehaast dat ze een vaas in haar slaapkamer omver stootte zonder het te beseffen. Ze rende als een maniak naar de binnenplaats.
In de binnenplaats strekte Cal, met zijn kleine radijsachtige beentjes, zijn lotuswortelachtige armen uit en rende naar de knappe man die net zijn auto had geparkeerd. "Papa! Ik wil een knuffel!"
Met een snelle beweging schepte Cayden de kleine in zijn armen en liet hem op zijn nek zitten. "Dus nu weet je dat je me 'papa' moet noemen, hè? Ga je gang. Wat wil je dat ik deze keer voor je koop?"