Hoofdstuk 46
De auto reed langzaam weg.
Xavier had in het hotel al de nodige regelingen getroffen.
Avery zat met haar rug recht in de auto, maar ze hield haar blik niet naar voren gericht. Ze was bang dat de man in haar gezichtsveld zou komen, dus hield ze haar ogen gericht op de voorbijgaande straten buiten.