Hoofdstuk 37
Zachary spreidde zijn lippen en stond op het punt om in te vallen. Hij draaide zich echter om en keek naar zijn lange, stevige vader die vlak achter hem stond, toen er iets naar hem toe kwam. Vervolgens draaide hij zich om naar Avery en schudde zijn hoofd. "We gaan nu niet weg, maar we gaan met je mee naar de supermarkt."
" Waarom gaan we daarheen?" Avery blunderde voordat er iets in haar opkwam. Ah! Er was eerder geen mineraalwater meer in de minikoelkast. Zou het kunnen dat hij zich zorgen maakt dat ik geen drinkwater heb als ik dorst heb?
Bij die gedachte stelde ze de jongen gerust: "Het is goed. We hoeven nu niet naar de supermarkt. Ik kook later wel wat water."
Op dat moment kon ze nauwelijks wachten tot hij met zijn vader zou vertrekken.
Toch schudde de jongen onvermurwbaar zijn hoofd. "Geen denken aan! Ik ben bang dat je te weinig eten en drinken zult hebben als je honger en dorst hebt!"