Hoofdstuk 88 Nr.88
Alle lichten in het huis waren gedimd toen Will arriveerde. De wazige gloed van amberkleurig kaarslicht flikkerde vanuit de eetkamer. Will volgde en werd begroet door een prachtig tafereel. Een weelderig en decadent diner werd op tafel gezet. Een fles van zijn favoriete wijn stond te koelen in een ijsemmer. Twee glazen waren al ingeschonken. Zachte vioolmuziek speelde op de achtergrond. Alles baadde in de zachte gouden glans van de kaarsen. In het midden stond Grace. Ze droeg een wapperende, blozende wikkeljurk. Haar haar viel in zachte golven naar beneden, precies zoals hij altijd had gewild. Ze was een visioen en voor een moment werd hij naar een eenvoudigere tijd getransporteerd.
“ Dit is echt mooi,” zei Will, terwijl een deel van het ijs in hem smolt. “Je ziet er prachtig uit,” merkte hij op.
" Dank je wel. Eet met me mee," ze gebaarde naar de tafel. Will trok een stoel voor Grace naar achteren en ze zweefde erin. Hij ging tegenover haar zitten. "Neem wat wijn," zei ze terwijl ze uit haar eigen glas dronk. Will nipte van de wijn. Het was heerlijk.
"Luister, ik weet dat dit moeilijk is geweest en ik heb het niet makkelijker gemaakt met mijn verwachtingen. En dat spijt me. Ik dacht dat we gewoon verder konden gaan waar we gebleven waren, maar we zijn verschillende mensen."
" Elegantie…"