Hoofdstuk 29 BROERS
Het standpunt van CELINE
Ik ben beetgenomen. Deze man die recht voor me zat, bleek niets meer dan een leugenaar te zijn! Het heeft echter geen zin om met hem te debatteren, want de schade is al aangericht. Ik kneep mijn ogen even samen voordat ik mijn aandacht afwendde en met mijn hand in de lucht zwaaide om de aandacht van de ober te trekken.
'' Kunt u mij de rekening geven?'', bestelde ik, maar tot mijn verbazing liep de ober snel naar mij toe, boog zich voorover en fluisterde iets in mijn oor.
'' Mevrouw, u hoeft zich geen zorgen te maken over de rekening...'' Hij grijnsde. ''Mijn baas heeft er al voor gezorgd...''
Wat?