Hoofdstuk 73
“ Laten we gaan, Zeke.”
Ze was niet langer boos, want haar ijdelheid was bevredigd.
Zeke zei: "Ik ben nog steeds boos."
“ Laten we gaan, Zeke.”
Ze was niet langer boos, want haar ijdelheid was bevredigd.
Zeke zei: "Ik ben nog steeds boos."