Hoofdstuk 6
Eenmaal in de kamer zette Huo Lichen Yan Wan op de bank en staarde haar peinzend aan terwijl hij tegenover haar stond, zonder enige intentie om weg te gaan.
Ondanks dat ze dronken was, was ze nog steeds helder en nuchter van geest.
De manier waarop hij naar haar keek maakte haar ongemakkelijk. "Is er nog iets, meneer Huo?" vroeg ze zachtjes.