Hoofdstuk 44 Gooi hem eruit
Moses leunde op Broderick en kuste zijn haar. "Ik ben blij dat je hebt gevochten en de dood hebt overwonnen."
"Ik kan mijn moeder, mijn broers en mijn zussen niet achterlaten. Ik moet in leven blijven," zei Moses terwijl Broderick hem nog steviger omhelsde.
Toen de auto's stopten bij de parkeerplaats van zijn landhuis, liep hij met Moses naar buiten. Toen hij hem naar binnen wilde dragen, zei Moses: "Ik kan lopen, pap."
"Oh, prima!"
Broderick legde hem op de grond en ze liepen samen naar binnen.