Hoofdstuk 46
Toen Nathan de twee mannen voor hem zag staan, schoot er woede door hem heen. Hij sloeg zijn hand op tafel en brulde: "Kniel!"
Toen Nathan de twee mannen voor hem zag staan, schoot er woede door hem heen. Hij sloeg zijn hand op tafel en brulde: "Kniel!"
Boem! Boem!