Hoofdstuk 401
"Je vertrouwt me niet, hè?" vraagt hij.
"Je bent niet te vertrouwen."
Hij neemt een slok uit de fles en zet hem weer voor me neer. "Kijk. Drink nu maar. We moeten snel weg."
"Je vertrouwt me niet, hè?" vraagt hij.
"Je bent niet te vertrouwen."
Hij neemt een slok uit de fles en zet hem weer voor me neer. "Kijk. Drink nu maar. We moeten snel weg."