Hoofdstuk 398
Deen
Het is stil in het pakhuis. Er komt geen geluid van Neah of de tweeling. Damien moet Dorothy hebben gekalmeerd, want ik hoor ze ook niet.
Volgend op Neahs lavendelgeur, vind ik haar zittend op zolder, omringd door alle babyspullen van de tweeling. Haar vermoeide blauwe ogen flitsen naar de mijne en ze slaakt een zucht, maar spreekt niet en blijft kleren opvouwen.