Hoofdstuk 37
Deen
Ze was teruggegaan naar haar beschermende staat. Nauwelijks pratend en als ze dat deed, was het 'ja', 'nee' of die zin die ik haat, 'ik ben oké'. Ze was helemaal dichtgeklapt en ik kan niet eens bedenken wat ik had gezegd. Ik had haar alleen de waarheid verteld. Was de waarheid te veel voor haar?
In mijn kantoor staart Raven naar mij. "Weet je zeker dat je niets hebt gedaan?" vraagt ze. "Ze was met mij aan het kletsen en nu, niets meer."