Hoofdstuk 6
Haar kreet klonk door de kamer.
Alle ogen, ook die van Juan en Debra, waren op haar gericht.
In hun ogen was Shelia een onbeschofte en onbeschaafde vrouw.
Haar kreet klonk door de kamer.
Alle ogen, ook die van Juan en Debra, waren op haar gericht.
In hun ogen was Shelia een onbeschofte en onbeschaafde vrouw.