Hoofdstuk 20 Rijp genoeg
Luna Hana's standpunt
Ik deed de deur van de kamer van mijn dochter dicht en slikte de snikken in die over mijn lippen dreigden te stromen. Ik liep weg, moe en uitgeput, maar toch voorzichtig om snel genoeg te zijn zodat ik niet buiten door Wade betrapt zou worden. Ik had inmiddels zijn schema geleerd en dus wist ik dat hij nog ongeveer dertig minuten in zijn studeerkamer beneden zou zitten voordat hij weer naar boven zou gaan.
Ik versnelde mijn pas en rende de trap op. Hij was in een uitzonderlijk sombere bui sinds hij erachter was gekomen dat zijn drielingzonen waren gepaard met mijn dochter. Dat was ook schokkend en teleurstellend voor mij, maar ik wist dat hij geen rekening hield met mijn eigen gevoelens. Onnodig te zeggen dat ik mijn best deed om een behoorlijke afstand van hem te houden om te voorkomen dat ik zijn woede opwekte.
Liya's woorden galmden nog steeds na in mijn hoofd terwijl ik naar d bewoog. Het stak, meer dan ik ooit zou kunnen uitleggen of beschrijven. Was ik echt een slechte moeder? Een vreselijk persoon om mijn dochter te laten lijden in de handen van deze slechte mannen? Misschien was ik dat wel. Er ging geen dag voorbij dat ik geen spijt had van de situatie waarin we zaten. Als ik haar uit deze walgelijke roedel kon halen, zou ik mijn leven geven om dat te laten gebeuren. Maar het was niet zo makkelijk als een knip met mijn vinger.
De pijn die ik voelde toen ik haar zag lijden, scheurde aan mijn binnenste en verteerde me helemaal. De dingen die ze had meegemaakt, zorgden ervoor dat ze veel sneller volwassen werd dan ik had gewild. Ze kende pijn op zo'n jonge leeftijd, en dat was oneerlijk. Ik had me nooit voorgesteld dat mijn dochter ooit in zulke omstandigheden zou opgroeien, maar het was gebeurd.