Hoofdstuk 41 Plaatsingsexamen
Rufus' standpunt:
"Hoe kan die slaaf zo snel zijn?"
Ik hoorde iedereen om me heen uitroepen. Ze waren allemaal verrast door Sylvia's snelheid.
Ik kneep mijn lippen samen en mijn ogen volgden de sneeuwwitte gedaante nauwkeurig. Trots en vreugde vulden onwillekeurig mijn hele lichaam.
In haar wolfsvorm glansde Sylvia's donzige haar lichtjes in het zonlicht. Haar rennende houding was majestueus. En met een paar plukjes donkerrood haar op haar hoofd dat heen en weer wiegde, zag ze er charmanter uit. Ik kon het niet helpen dat ik haar in mijn armen wilde houden en haar hoofd wilde aanraken.