Hoofdstuk 24
Omdat ze Sylvia kende als een losgeslagen kanon, bleef Summer liever uit haar buurt. Toch was ze al snel verrast toen ze zich realiseerde dat haar tante iemand anders had om de achterdeur te beveiligen. Jeetje! Ze zagen ons aankomen, ook al gebruikt niemand deze uitgang echt met dikke struiken voor zich. Toen Harper en Summer door de achterdeur naar buiten gingen, werden ze al snel omsingeld door een paar schurken. "Ik wist dat ik je hier bij de achterdeur zou zien. Lang niet gezien, Summer." De man die vooraan stond met smalle ogen keek Summer aan met een sinistere grijns.
Harper voelde zich verontwaardigd over de agressieve houding van de man, fronste zijn wenkbrauwen en vroeg: "Wie is deze kerel in hemelsnaam?"
Summer haalde diep adem en antwoordde: "Tante Sylvia's zoon, Quinn Stewart."