Hoofdstuk 8 Daar komt de heks
Een warme, donzige deken werd over me heen gedrapeerd. Het volgende moment voelde ik een zachte kus op mijn wang.
Daarna hoorde ik hem door de kamer schuifelen, en ik realiseerde me uiteindelijk dat hij de rotzooi die we hadden gemaakt aan het opruimen was. Mijn hart kneep samen in mijn borstkas met een vreemde, vreemde emotie die ik niet kon plaatsen.
Toen hij klaar was met schoonmaken, droeg hij me naar mijn slaapkamer en stopte me in, waarbij hij er zelfs aan dacht om een glas water in te schenken en het op mijn nachtkastje te zetten. Wat een goede... vriend.