Hoofdstuk 13 Een vergadering
Maar hij had wel een punt. Niemand zou zo laat op de avond nog naar buiten gaan, behalve degenen met een verborgen agenda. Bijvoorbeeld de man en vrouw die ongeveer tien meter verderop de hoek omgingen.
Ik klopte hem aan en gebaarde naar hen met mijn kin. "Je vriend is hier."
Hij keek onverschillig naar me, en toen ik niet oplette gaf hij me een kus op mijn wang. Pas toen liet hij me met tegenzin los. "Zeker niet van mij."