Hoofdstuk 28 Martelen
Amanda en Viviens gezichten werden spookachtig bleek toen ze naar het bewijs keken dat Lucinda vasthield. Ze wisten dat ze schuldig waren, en het maakte hen sprakeloos.
Lucinda was hen deze keer te slim af geweest. Ze konden haar geen kwaad doen en nu had ze zelfs bewijs van hun wandaden.
Het was overduidelijk dat ze fout zaten.