Hoofdstuk 530
"Ze heeft geen ongelijk."
"Wat bedoel je? Ik stel de hele tijd vragen. Ik denk dat ik mensen irriteer met hoeveel vragen ik stel."
"Dat zijn trainingsvragen of schoolvragen. Dit is een jongensvraag, anders had je iedereen erbij gehaald en meningen gekregen." Mijn mond valt open. "Stop met het ontsporen van het gesprek en stel je vraag." Ze klapt in haar handen en springt op het bed en wenkt Jena om te volgen.