Hoofdstuk 29 Ongeluk
Op dat moment keek er een man naar hen op de bovenste verdieping van het gebouw aan de overkant van het winkelcentrum.
Toen de man achter hem hem zag, knielde hij meteen neer. “Heer, ze zijn weer dat winkelcentrum binnengegaan.”
“ Ik weet het.” De man die daar stond had zijn ogen gericht op het warenhuis tegenover hem en zijn ogen waren gevuld met hebzucht.