Hoofdstuk 55 55
Chaska liep afwezig naar haar kamer. Ze zag er zo zwak en doorweekt uit.
Ze zag eruit als een geest, als iemand die zich niet bewust was van haar omgeving en die de dienstmeisjes die langs haar liepen nauwelijks kon zien of horen.
*Jouw thee werkte niet voor mij, Chaska* De woorden van de koning galmden in haar hoofd.