Hoofdstuk 254 De nederige vrouw
Nosheba's ogen waren nog steeds bloeddoorlopen en haar wangen bedekt met tranen terwijl ze op de mat lag, haar benen gespreid. Haar hart bonkte zwaar en haar hele lichaam trilde nerveus. Dat was de tweede keer dat ze doodsbang was. De eerste keer was toen de koning haar had verbannen. Dat moment voor zijn oordeel was ze zo bang geweest, denkend dat hij haar zou executeren. En nu ervoer ze die zenuwslopende angst weer. Ze vreesde wat er zou gebeuren als Shilah haar kind niet ter wereld zou brengen. Ze had nergens anders heen kunnen gaan en het zou haar kunnen doden.
Er waren drie heksen bij haar in de kamer, alles was klaar en uiteindelijk kwam Shilah binnen.
Als Nosheba de hoeveelheid haat in haar ogen wilde overwegen, zou ze haar benen waarschijnlijk niet aanraken. Maar ze gaf niets om de haat; ze wilde alleen maar haar baby veilig krijgen.